Vier zaken die Darwin nog niet wist
Een aantal zaken was voor Darwin niet bekend, deze zaken zorgden voor gaten in Darwins theorie. Hieronder staan vier punten besproken die misten in Darwins theorie om het volledig te maken.
Genen (DNA)
Darwin wist niet dat alle mensen en dieren cellen hebben die chromosomen bevatten. Chromosomen liggen in elke celkern van elke cel van het lichaam en in deze chromosomen zit het DNA. Het DNA is een soort draaiboek van het lichaam en bevat alle nodige informatie om het lichaam goed te laten functioneren. Uiterlijke kenmerken en persoonlijke eigenschappen zijn ook opgeslagen in het DNA.
Elk mens heeft 46 chromosomen (23 paren), door het biologische proces meiose bevatten de geslachtscellen slechts de helft van het aantal chromosomen, 24 dus. Een kind ontvangt hierdoor van beide ouders 23 chromosomen, die samen weer tot het totaal van 46 komen. Het kind erft van beide ouders een deel, omdat hij de helft van zijn DNA van de vader en de andere helft van de moeder ontvangt.
Darwin wist wel dat kinderen op hun ouders leken en hun eigenschappen erfden, maar omdat hij niets wist van genen had hier geen bewijs voor. Zijn theorie was niet waterdicht.
Het begin van het leven
Een theorie is voor mij een (mogelijke) verklaring voor iets van begin tot eind. In het geval van Darwin, van het ontstaan van leven tot de dood. Darwin wist veel verschijnselen met zijn theorie te verklaren, maar niet hoe het leven op aarde is ontstaan.
De creationisten geloofden dat God alles had geschapen, maar dit is compleet in contrast met Darwins theorie. De creationisten hadden dus wél een theorie voor het begin van het leven, wat Darwin niet had. Darwin wist slechts de ontwikkeling van organismen uit te leggen en hoe ze aan hun eind komen, maar hoe ze ontstonden wist hij niet. Tot op de dag van vandaag twijfelt men aan het begin van het leven. Is er inderdaad een God die ons gecreëerd heeft, of zijn we ontstaan door de oerknal? Niemand die het volledig zeker weet, omdat er geen bewijs voor is. Er was immers niemand bij om het schapen of de oerknal waar te nemen.
Mutaties in het DNA
Darwin had de conclusie getrokken dat kinderen op hun ouders lijken, maar dat de individuen binnen een soort toch verschillen. Dit kon Darwin niet verklaren, omdat hij het begrip mutatie niet kende.
Mutatie is een verandering in het DNA. Het DNA wordt opgebouwd uit de vier nucleotiden A (Adenine), G (Guanine), C (Cytosine) en T (Thymine). DNA bestaat uit eiwitten, die elk opgebouwd zijn uit drie nucleotiden, een combinatie van A, G, C en T. Bij een mutatie verandert één van de nucleotiden in het eiwit, wat kan zorgen voor een uiterlijke verandering of een ziekte. Een voorbeeld van een dergelijk eiwit is AGC (serine), door een mutatie kan AGC, GGC worden. Het eiwit is niet langer serine, maar proline.
Een mutatie veroorzaakt dus verschillen tussen individuen binnen een soort, iets wat onvolledig was in Darwins theorie.
Soorten dieren
Darwin dacht dat alle dieren waren ontstaan uit één voorvader. Uit deze oervorm ontstonden steeds meer soorten, waaruit weer nieuwe soorten ontstonden. Dit is vergelijkbaar met een boom, het begint met de stam. Uit de stam groeien zijtakken, waaruit vervolgens weer andere zijtakken groeien. Dan zijn er uiteindelijk heel veel verschillende soorten. Darwin dacht dat al die soorten niet meer samen konden komen, net zoals bij een boom takken niet meer aan elkaar zullen groeien. Wat we nu wel weten, maar Darwin toen niet wist, is dat voortplanting tussen verschillende soorten wel mogelijk is. Dit is ook bewezen, de Homo erectus (de voorloper van de mens) en de neanderthalers konden namelijk gezonde nakomelingen krijgen.
© Lisia Smienk 2011